Je hebt er vast weleens van gehoord, of je hebt het misschien weleens gehad: een longontsteking. Jaarlijks krijgen bijna 300.000 mensen in Nederland deze ontsteking. Het kan iedereen overkomen, man of vrouw, oud of jong. Alhoewel de infectie het meest voorkomen bij kinderen jongen dan 9 en ouderen boven de 55 jaar. Ondanks onze goede medische zorgen, blijft deze longaandoening een belangrijk reden voor ziekenhuisopname. Dit maakt het dan ook ontzettend belangrijk dat je weet hoe je het kan herkennen en wat je moet doen als je vermoedt dat je een longinfectie hebt.
Wat is een longontsteking?
Bij een longinfectie raken de kleine luchtzakjes in je longen ontstoken en kunnen ze soms vol raken met vocht. Dit gebeurt als bacteriën, virussen of schimmels je longen binnendringen en een infectie veroorzaken. De ontsteking kan in één long zitten, maar ook in allebei.
Oorzaken & soorten longontsteking
Er zijn verschillende soorten longontsteking, elk heeft zijn eigen oorzaak. Bacteriële longontsteking ontstaat als bacteriën je longen binnendringen. Virale longontsteking wordt veroorzaakt door virussen, zoals die van een verkoudheid of griep.
Mycoplasma longontsteking, veroorzaakt door heel kleine bacteriën genaamd mycoplasma, is vaak een mildere variant. Schimmel longontsteking krijg je door het inademen van schimmels uit de omgeving, wat vooral voorkomt bij mensen met een zwakker immuunsysteem. Aspiratie longontsteking gebeurt wanneer je per ongeluk eten, drinken of speeksel in je longen krijgt.
Ziekenhuis longontsteking ontstaat tijdens een verblijf in het ziekenhuis en kan ernstiger zijn, omdat de ziektekiemen daar vaak beter bestand zijn tegen medicijnen. Tot slot is er de longontsteking buiten het ziekenhuis, die je in het dagelijks leven kunt oplopen, bijvoorbeeld op school of werk, en dit is de meest voorkomende vorm.
Symptomen van een longontsteking
Het is ontzettend belangrijk om een longontsteking op tijd te herkennen en behandelen. Wanneer dat niet gebeurt kan dat voor vervelende problemen zorgen. Zo kan je bijvoorbeeld lang moe blijven en moeite houden met adem halen. Daarnaast kan je de infectie zich verspreiden naar andere delen in het lichaam, waardoor je alleen maar zieker wordt. Soms raakt het vocht in je longen geïnfecteerd, of werken je longen minder goed.
Vooral bij oudere mensen of mensen die al ziek zijn, is het risico groter, en het kan zelfs levensgevaarlijk worden. Je kan een longontsteking herkennen aan verschillende symptomen. De twee meest voorkomende symptomen zijn een aanhoudende hoest, met soms slijm uit de longen en koorts. Andere symptomen zijn:
- Je erg moe of zwak voelen
- Moeite met ademhalen of snel buiten adem zijn
- Pijn op de borst bij het ademhalen of hoesten
- Rillingen of het koud hebben
- Hevig zweten
- Geen trek hebben
- Verwardheid
Herken je jezelf, of een geliefde, in de bovengenoemde symptomen? Zorg dan dat je snel een afspraak maakt bij de huisarts. Hij of zij zal je klachten controleren en waar nodig extra onderzoeken doen. De arts zal hoogstwaarschijnlijk naar jouw borstkas luisteren om te horen of er vreemde geluiden zijn, die wijzen op een longinfectie. Vaak wordt er een röntgenfoto van de borst gemaakt om te zien of er een infectie in de longen zit. Soms doet de arts ook bloedonderzoek of onderzoekt hij slijm van je hoest om te bepalen welke ziektekiem de oorzaak is. Dit helpt bij het kiezen van de juiste behandeling.
Behandelopties
De behandeling hangt volledig af van wat jouw longinfectie veroorzaakt en hoe ziek je ervan bent. Vaak zijn antibiotica en rust met voldoende drinken de meest voorkomende behandelingen. Dit helpt je lichaam om de infectie te bestrijden. Als bacteriën de boosdoener zijn, schrijft de dokter antibiotica voor. Andere behandelingen kunnen zijn:
- Hoestdrank om de hoest te verzachten.
- Medicijnen tegen koorts of pijn, zoals paracetamol of ibuprofen
- Ziekenhuiszorg bij ernstige gevallen, zoals extra zuurstof en vocht via een infuus.
- Antivirale medicijnen als een virus de oorzaak is.
Onthoud dus: wat de oorzaak ook is, goed uitrusten en veel water drinken zijn heel belangrijk! Dit betekent niet dat het vanzelf overgaat, zorg dus dat je altijd contact opneemt met de huisarts.