Naarmate we ouder worden, verandert niet alleen onze leeftijd en hoe we eruitzien, maar ondergaat ook de rest van ons lichaam steeds meer uitdagingen. We krijgen meer kans op dingen zoals geheugenproblemen, hoge bloeddruk en diabetes type 2. Daarnaast kunnen ook jouw botten problemen veroorzaken. Eén van deze botproblemen is osteoporose. Wat in ons land, en zeker onder vrouwen ouder dan 50, een veelvoorkomende problemen is. Wereldwijd hebben zo’n 200 miljoen mensen last van deze aandoening, en in Nederland ligt dat aantal rond de 1 miljoen.
Wat is osteoporose?
De letterlijke vertaling van osteoporose is “broze botten,” wat gelijk een goed beeld geeft van wat deze aandoening inhoudt. Als je hiermee gediagnosticeerd wordt, betekent dit dat je botten verzwakken, doordat zowel de botmassa als de botsterkte afnemen. Het binnenste van een bot ziet er normaal uit als een soort spons, maar bij de aandoening worden de “gaatjes” in deze spons steeds meer en groter, waardoor het bot van binnenuit brozer wordt. Dat is toch niet zo erg? Helaas wel, want dit maakt je juist kwetsbaar voor onverwachte botbreuken.
We weten allemaal dat we niet zonder onze botten kunnen. Ze geven stevigheid en beschermen belangrijke organen. Daarnaast slaan ze ook belangrijke mineralen op, zoals calcium, wat nodig is om de botten sterk en gezond te houden. Na je 35e levensjaar breekt je botmassa sneller af dan dat het wordt opgebouwd, wat leidt tot botverlies. Bij mensen met osteoporose gaat dit afbraakproces nog sneller, waardoor botten brozer en kwetsbaarder worden.
Loop ik risico op de botaandoening?
Er is geen duidelijke oorzaak waarom de ene persoon osteoporose krijgt en de ander niet. Voor een groot deel hangt het af van de hoeveelheid botmassa die je in je jongere jaren hebt opgebouwd. Hoe meer botmassa, hoe kleiner de kans op osteoporose op latere leeftijd. Dit verschilt echter per persoon, want het is deels erfelijk bepaald en wordt beïnvloed door verschillende risicofactoren, zoals:
- Geslacht: vrouwen hebben 4x meer kans op osteoporose
- Leeftijd: hoe ouder, hoe groter de kans
- Etniciteit: vooral mensen van Aziatische of Kaukasische afkomst hebben meer kans
- Lichaamsbouw: hoe kleiner, hoe hoger het risico
- Lage geslachtshormoonspiegels
- Schildklierproblemen
- Overactieve bijschildklieren en bijnieren
- Voeding: een dieet met weinig calcium en eetstoornissen
- Maag-darmoperaties: hierdoor wordt minder calcium opgenomen
- Medicatie, zoals prednison en cortison
- Medische aandoeningen, zoals kanker, reumatoïde artritis en darmontstekingen
- Weinig beweging
- Alcoholgebruik
- Roken
Osteoporose tast alle botten aan, inclusief belangrijke botten zoals je heupen en wervels. Naarmate de ziekte vordert, breken of beschadigen botten sneller. Niet alleen bij een val, maar ook bij bukken of hoesten kan een bot breken. Een heupfractuur lijkt misschien onschuldig, maar het kan leiden tot problemen met lopen en verhoogt de kans op overlijden in het eerste jaar na de breuk.
Wat zijn de symptomen van osteoporose?
Helaas merk je in het beginstadium van osteoporose vaak weinig tot niets. Als de botmassa eenmaal is aangetast door de aandoening, kun je de volgende symptomen herkennen:
- (Ernstige) rugpijn
- Lengteverlies (2,5 cm of meer)
- Verandering in houding
- Botten die snel breken, soms zelfs zonder een harde val
- Kortademigheid
Zijn er behandelopties?
Als je vermoedt dat jij of een familielid lijdt osteoporose, is het belangrijk om dit met je huisarts te bespreken. De arts zal je onderzoeken en, indien nodig, aanvullende tests doen, zoals een botdichtheidsmeting (BMD) of een DEXA-scan. Vooral vrouwen van 65 jaar of ouder of die in een van de bovengenoemde risicogroepen vallen, moeten vragen naar een botdichtheidstest. Voor mannen geldt dit vanaf 70 jaar of eerder als je tot een risicogroep behoort. Na de diagnose kan er een behandelplan worden opgesteld. Bij osteoporose kan dit bestaan uit:
- Hormoontherapie
- Behandelingen met bisfosfonaten
- Biologische medicijnen
- Anabole middelen
- Vitaminen en supplementen
- Calciumrijk dieet